Zodra de temperaturen stijgen, stijgt ook de vraag naar aaltjes tegen engerlingen, emelten en andere larven. Logisch, want deze natuurlijke bestrijders klinken als dé groene oplossing. Maar succes is niet altijd gegarandeerd. Net als bij een bodem in disbalans, zit het ’m ook hier vaak in de omstandigheden: temperatuur, vocht, timing én toepassing bepalen of die aaltjes hun werk echt kunnen doen.
In deze korte checklist geef ik je de belangrijkste aandachtspunten mee, zodat je met meer zekerheid inzet op resultaat – samen met de natuur, en niet tegen beter weten in.
Aaltjes aan het werk - de ondergrondse troepen inzetten
Soms heb je van die plagen in de grond waar je liever geen gif tegen inzet. Gelukkig zijn er natuurlijke strijders die wél graag een robbertje vechten ondergronds: aaltjes. Piepklein, maar met een flinke eetlust voor larven, engerlingen en slakken. Maar… hoe zet je die beestjes nou goed aan het werk? Tijd voor een praktische aanpak.

Tijdstip is cruciaal
Aaltjes inzetten vraagt om timing. Het zijn een beetje diva’s: ze willen géén zon, géén droogte en al helemaal geen nachtvorst. Zet ze daarom uit:
- Vroeg in de ochtend
- Of lekker ’s avonds als de zon onder is
En bij voorkeur net na een regenbui. Dan is de bodem mooi vochtig en kunnen ze soepel hun weg vinden. Zijn het net mensen eigenlijk.
💧Een vochtige bodem = een blije aaltje
Zonder vocht geen actie. Aaltjes kunnen zich alleen bewegen in een vochtig bodemmileu.
- Is het droog? Dan eerst even sproeien
- Blijf de bodem na het uitzetten ook 2-3 weken vochtig houden.
Droogte = stilstand. En stilstand is, juist géén bestrijding.
Zo maak je jouw aaltjesmix klaar
- Pak een schone emmer of gieter
- Vul met lauw (geen heet) water
- Aaltjes erbij en goed roeren
- Gebruik een gieter met een sproeikop groter dan 0,5 mm
- Zeefjes eruit! (Want daar blijven ze in hangen)
Let op: aaltjes zijn klein, maar niet dom. Als je de boel niet blijft roeren, zakken ze naar de bodem. Dus roer regelmatig terwijl je giet.
Verspreiden maar!
Giet het mengsel gelijkmatig uit over het te behandelen gebied. Niet alleen in de hoeken dus. Aaltjes kunnen niet teleporteren.
Na afloop: lekker nat houden en ze hun gang laten gaan. Ze zoeken zelf hun prooi op – echte speurneuzen die aaltjes.
Welk aaltje voor welk beestje?
Iedere soort heeft z’n eigen voorkeur qua klimaat én dieet:

Niet ieder aaltje voelt zich thuis in elke grond of temperatuur. Check dus goed welk type aaltje past bij jouw situatie en plaag.
Werk je groot? Laat de Nemasprayer het werk doen
Voor grotere oppervlaktes of als je geen zin hebt in emmers sjouwen, is er de Nemasprayer. Die mengt de aaltjes automatisch in de juiste verhouding met water. Minder gedoe, meer precisie.
Tot slot
In de praktijk worden nematoden (aaltjes) steeds vaker ingezet als biologische bestrijder van larven zoals engerlingen, emelten en ritnaalden. Een mooie stap richting natuurlijk evenwicht. Maar let op: de bodem is een levend web van interacties. Weten wie er meehelpt, tegenwerkt of concurreert met je aaltjes, maakt het verschil tussen “mwah” en “wow!”
AALTJES INZETTEN?
Voorkom fouten bij aaltjes toepassing!
Download de checklist en doe het in één keer goed!
1 reacties
[…] Aaltjes inzetten tegen larven: Praktische tips voor een succesvolle toepassing […]