De tweede pijler van het Eco-Vital programma is de bemesting. Bemesting wordt routinematig toegepast om de opbrengst van gewassen te verhogen en de algehele gezondheid en kwaliteit van planten te verbeteren. Minerale voedingsstoffen hebben een duidelijk effect op plantenziekten en in veel gevallen vormen zij de frontlinie in de verdediging tegen ziekten en plagen. Helaas zien we dat bemesting vaak voor onbalans zorgt en mede bijdraagt aan het ontstaan van ziekten en plagen.
Het vermogen van sommige elementen om door planten te worden opgenomen, wordt grotendeels bepaald door de activiteiten van micro-organismen in de bodem. Micro-organismen zijn dus uitermate belangrijk in relatie tot ‘bemesting’. Microben zijn in staat voedingsstoffen in het wortelmilieu op te nemen of te ‘laden’ zoals een vrachtwagen geladen wordt. Voorzien van deze voedingsstoffen gaan de microben de wortel binnen. In de wortel worden de voedingsstoffen aan de microben onttrokken, waarna de microben via de wortelharen de plant verlaten. Dan begint de hele cyclus weer opnieuw. Deze ‘vervoerders’ wil je koesteren. Bemesting moet dat proces natuurlijk niet tegenwerken maar juist ondersteunen.
Meten is weten
Bij het ondersteunen van het gehele proces maak ik gebruik van analyses die inzicht verschaffen in de relatie tussen voorraad, beschikbaarheid en de uiteindelijke opname door de plant. De analyses worden bestudeerd en vergeleken met elkaar. Op basis daarvan kan de bemesting worden bijgesteld.
De basis voor bemesting is de bodem. Het maakt niet uit of dat nu een akker buiten of (pot)grond binnen is. Je wilt weten waar je staat, waar je vertrekpunt is. Het programma is erop gericht evenwicht te creëren waardoor de bodembiologie volledig tot zijn recht kan komen om voeding en vitaliteit voor de plant beschikbaar te maken.
Kort gezegd gebruik ik drie analyses:
Stap 1. Wat is er aanwezig
Niet de absolute getallen zijn belangrijk, maar de onderlinge verhoudingen tussen de elementen. Deze onderlinge verhoudingen zijn voor elke (pot)grond weer anders. De methode gaat dan ook eerst uit van de grondsoort die wordt aangeleverd. Voor die specifieke grondsoort wordt berekend wat de optimale verhoudingen van de elementen zijn voor het gewas wat daar op groeit of gaat groeien. Evenwicht brengen is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Het juiste chemische evenwicht geeft namelijk een optimale structuur. Een optimale structuur zorgt voor een goede ontwikkeling van de biologie. In het kort:
- Begin met de grondsoort
- Bepaal het gewas
- Bepaal de juiste verhouding tussen de elementen
- Corrigeer het natuurlijke evenwicht
- Het fundament is klaar om de biologie te ontvangen en het bodem-huis op te bouwen
Stap 2. Wat is er beschikbaar
Hoe is de beschikbaarheid tijdens het groeiseizoen in de pot of de volle grond? Wat laten de draincijfers zien? Afhankelijk van de teeltmethode (volle grond, pottenteelt of substraat) zijn er diverse methoden om te meten wat de actuele beschikbaarheid is in het medium. Deze meting wordt vergeleken met de analyse uit stap 1 en de plantsapanalyse uit stap 3.
Stap 3. Wat heeft de plant opgenomen
Eco-Vital maakt gebruik van plantsapanalyses om op een snelle en nauwkeurige manier inzicht te krijgen in de opname van de aangeboden voedingsstoffen. Het is de plant die bepaalt. Deze analyse staat niet op zichzelf maar wordt gekoppeld aan de andere analyses. Het is dan ook noodzaak om zowel de beschikbaarheidsanalyse en de plantsapanalyse op hetzelfde moment uit te voeren. Op deze manier hebben we altijd een referentie voor de analyses. Het doel is om op een economische manier een optimale opname van aangeboden voedingsstoffen na te streven, niet te weinig en niet teveel. Dit heeft niet alleen een positief effect op de ziekteweerbaarheid van de plant maar ook op de kwaliteit en houdbaarheid van eventuele vruchten.
Kortom Eco-Vital streeft naar evenwicht.
